Stripgeschiedenis

Kees Kousemaker

Kees Kousemaker flying high over Lambiek on the Kerkstraat in Amsterdam, an original drawing by Peter Pontiac for the move to Kerkstraat 78, 1017GN
Kees vliegend boven de Kerkstraat, getekend door Peter Pontiac ter gelegenheid van de verhuizing naar nummer 78.

Kees Kousemaker was een Nederlandse stripwinkeleigenaar en vanzelfsprekend een grote liefhebber van het medium. In november 1968 schreef hij geschiedenis door de eerste stripwinkel in Europa te openen, vandaag de dag nog steeds de oudste ter wereld. Zijn enthousiasme ging zo ver dat hij talloze strips verzamelde uit alle mogelijke tijdsperiodes, landen en genres. Hij schreef er diverse essays en boeken over samen en transformeerde zijn winkel in een ontmoetingsplaats voor (inter)nationale striptekenaars en liefhebbers. Zijn 'Strip voor Strip' (1970) en 'Wordt Vervolgd – Stripleksikon der Lage Landen' (1979) waren de eerste boeken met informatie over de geschiedenis en auteurs van Nederlandstalige strips. Kousemaker bood ruimte aan voor tentoonstellingen en behandelde striptekenaars en -schrijvers met hetzelfde respect als artiesten uit de zogenaamde hogere kunstkringen. Hij werd Nederlands meest gerenommeerde stripexpert en een gepassioneerd woordvoerder van het medium. Dankzij zijn inspanningen kwam de Nederlandse stripwereld niet alleen tot bloei, maar kreeg het ook fatsoenlijke media-aandacht en artistieke interesse en respect. Kousemakers laatste passieproject was de Comiclopedia op zijn eigen website. Sinds haar creatie in 1999 blijft het de meest uitgebreide encyclopedie van elke mogelijke striptekenaar ter wereld en door de hele geschiedenis heen.

Jeugd
Cornelis Kousemaker werd geboren op 25 januari 1942 in Steenbergen, als jongste in een familie van juristen. Hij groeide op in Zeist, waar hij in de naoorlogse jaren met zijn vriendjes door de bossen struinde op zoek naar overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog. Kees ontpopte zich toen al als verzamelaar en conservator. Hij stelde de gevonden voorwerpen tentoon op de zolder van zijn ouderlijk huis - geen ongevaarlijke onderneming, aangezien er zich onder de artefacten ook handgranaten bevonden die mogelijk nog springstof bevatten! Het was één van de eerste opwindende verzamelingen die Kees met de wereld zou delen. Kees verraste familie en vrienden door geen rechten te gaan studeren, maar aan de Kunstacademie van Arnhem te gaan een opleiding als tekenleraar te volgen. In die hoedanigheid keerde hij later terug naar Zeist, waar hij enkele jaren les gaf. Ook studeerde hij sociologie in Utrecht gedurende twee jaar. In deze tijd ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Evelien.

Stripwinkel Lambiek op Kerkstraat 104
Stripwinkel Lambiek op Kerkstraat 104.

Stripwinkel Lambiek
Als kind was Kees al gefascineerd door de strips in de lokale kranten - de meesten daarvan kwamen uit de studio's van Marten Toonder. Net als vele anderen knipte hij ze uit en plakte ze in schriftjes om ze te bewaren. Toen deze generatie volwassen werd in de jaren zestig, zorgden zij voor een enorme opleving in de vraag naar en interesse in strips. Tijdens de jaren vijftig waren strips door opvoeders verguisd, zowel in de VS als in Nederland. Strips werden als kwaadaardig beschouwd, mogelijk leidend tot crimineel gedrag of bevordering van de leesluiheid. Toen Kees een twintiger was veranderde de algemene status van strips. Hij werd één van de drijvende krachten in deze nieuwe opleving. In 1968 opende hij de deuren van Stripantiquariaat Lambiek, de eerste stripwinkel in Europa. De winkel was genoemd naar de populaire stripfiguur Lambik uit de avonturen van Suske en Wiske door Willy Vandersteen - en omdat in die tijd veel winkels het modewoord "boetiek" in hun naam droegen, werd dat "Lambiek". Willy Vandersteen was hoogstpersoonlijk aanwezig tijdens de feestelijke opening op 8 november 1968. Ook Frans Piët ('Sjors en Sjimmie') kwam toevallig langs en werd al even hartelijk ontvangen. 

Kees bij de Real Free PressKees bij de burelen der Real Free Press op de Dirk van Hasseltssteeg 25 in Amsterdam (jaren 1970).

Lambiek werd al gauw meer dan alleen een winkel. Kees was een verwoed stripverzamelaar, niet alleen van oude Nederlandse strips, maar ook van buitenlands werk en de populaire "underground comix" die her en der opkwamen en die in Nederland werden binnengehaald door Olaf Stoops Real Free Press. Kees had een goed oog voor grafisch talent en onthaalde vele stripmakers op een expositie in Galerie Lambiek, waarmee hij strips behandelde als een kunstvorm, wat in die tijd soms wat smalend werd bezien, maar ook respect oogstte in het gevestigde kunstwereldje. Alhoewel Kees tijdens zijn leven interesse had voor allerlei soorten strips, waren zijn persoonlijke favorieten 'Tom Poes' van Marten Toonder, de 'Donald Duck' verhalen van Carl Barks, Frederick Burr Oppers 'Happy Hooligan', Winsor McCays 'Little Nemo', George Herrimans ‘Krazy Kat’, Willy Vandersteens 'Suske en Wiske', Marc Sleens 'Nero', André Franquins 'Marsupilami' en H.G. Kresse's 'Eric de Noorman'. Maar hij was ook een vroeg bewonderaar van artiesten als Nazario, François Avril, Chris Ware, Windig & De Jong, Peter Pontiac en Loustal. 

Cees Sokkenstopper, door Mau Heymans
Kees Kousemaker als "Cees Sokkenstopper" in Donald Duck Weekblad, door Mau Heymans, augustus 2000.

Sinds het prille begin werd Lambiek een plaats waar stripauteurs samen kwamen. Kees was een zeer enthousiaste, warmhartige gastheer en ondanks zijn jonge leeftijd (hij was 26 toen Lambiek zijn deuren openden) had hij een vaderlijk aura. Hiermee steunde en begeleidde hij eender welke stripartiest die bedeesd zijn winkel binnen wandelde, in de hoop interesse voor zijn werk te vinden. Vandaar dat veel artiesten de voorbije jaren hommages aan Kees hebben getekend of hem een cameo in hun werk hebben gegeven, waaronder Peter Pontiac, Joost Swarte, René Windig, Jean-Marc van Tol, Derek Bauer, Lukas Moerman, Mau Heymans, Erik Kriek en Margreet de Heer. Kees zette de winkel ook in de kijker via speciale attributen, zoals de stripstrookachtige gevel boven de winkel (1968-1978, ontworpen door Onno Docters van Leeuwen, in 1978 door Charlie Reuvers), het thans iconische 'Zip'-uithangbord boven de winkel (ook geschilderd door Onno Docters van Leeuwen, 1980), de Lambiek-pop (1981), de tweede pop op de fiets (ontworpen door Job Goedhart en later vernieuwd door Larie Cook) en de bakfiets (ontworpen door Jeroen Funke). Maar zijn grootste mediastunts waren de signeersessies en vooral de exposities...

Kees in Lambiek, 1979
De eerste winkel op Kerkstraat 104, ca. 1979.

Exposities
In de jaren zeventig en tachtig stapten vele beginnende striptekenaars Lambiek binnen, vaak nog pubers, met zelfgemaakte stripblaadjes en - boekjes. Kees kocht deze altijd en legde ze te koop in de winkel. Enkele van deze jongelingen waren Windig & De Jong, Hanco Kolk & Peter de Wit, Peter Pontiac, Joost Swarte, Gerrit de Jager en Jean-Marc van Tol. Allen werden zij vrienden voor het leven van Kees en Lambiek, en toen zij naam en faam in de Nederlandse stripwereld verwierven, was Lambiek er trots op exposities van hun werk te organiseren. Veel van deze artiesten hebben ook prachtig promotioneel tekenwerk voor de winkel gemaakt. In 1976 werd een eerste bescheiden tentoonstelling in Lambiek georganiseerd, rond het werk van Jean Dulieu. Kees zag het echter grootser en liet in 1986 zijn winkel grotendeels ontruimen en herinrichten om een exporuimte te installeren. 

Kees Kousemaker in Heinz, door Rene Windig & Eddie De JongKees Kousemaker in 'Heinz' door Windig & De Jong.

De eerste volwaardige expositie vond plaats in 1986 en bracht het Amerikaanse tijdschrift RAW voor het voetlicht, dat onder redactie stond van Art Spiegelman en waarin ook de Nederlandse stripmaker Joost Swarte was opgenomen. Swarte opende deze tentoonstelling en daarmee een jarenlange traditie van exposities in Lambiek, met grootheden als Robert Crumb, André Franquin, Chris Ware, François Avril, Loustal, Will Eisner en vele, vele anderen.

Crumb-expositie 1994Kees bij de Crumb-expositie, 1994.

De exposities waren legendarisch om drie redenen: allereerst vielen ze op door de manier waarop Kees strips als Kunst presenteerde, en ook altijd kopstukken uit de "echte" kunstwereld uitnodigde. Ten tweede onthaalde Kees zijn exposanten op onnavolgbaar gastvrije wijze, waarbij hij vaak de studio-ruimte boven de winkel als onderkomen aanbood. Dit appartementje op één hoog achter heeft in de loop der jaren onderdak geboden aan vele beroemde striptekenaars, die hun aanwezigheid vastlegden door een tekeningetje op de muur te maken, die zo langzaamaan uitgroeide tot een uniek kunstwerk.

De Muur
Deel van de beroemde muur in het studio-appartement boven Lambiek.

Op de derde plaats waren de openingen van deze exposities onvergetelijke festijnen, waarbij de gasten het pand pas verlieten op het moment dat het sein "Bier meester" werd gegeven - waarna het drinkgelag werd voortgezet in het café aan de overkant. Hoogtepunt van iedere opening was de speech van Kees. Hij was een begenadigd spreker met een geweldig gevoel voor humor.

Kees, orerende

Stripexpert
Kees stelde verschillende boeken over strips samen, waaronder 'Strip voor Strip' (1970), uitgegeven door zijn eigen label De Morsige Roerganger, en 'Wordt Vervolgd - Stripleksikon der Lage Landen' (1980), uitgegeven door Het Spectrum en samen met zijn vrouw Evelien samengesteld. Laatstgenoemd boek biedt een historisch overzicht van strips aan, waaronder een encyclopedie van elke bekende Nederlandse en Vlaamse stripauteur en reeks tot dan toe - de embryonale versie van de huidige Comiclopedia, om het zo te zeggen. Veel van deze research deed Kees in zijn vrije tijd, bijgestaan door helpers en een alsmaar groeiend netwerk van mede-enthousiastelingen. Hij nam contact op met uitgevers om informatie over bepaalde obscure strips en tekenaars te verkrijgen. Soms wist hij zelfs de tekenaars in kwestie op te sporen zodat ze rechtstreeks hun visie over bepaalde onderwerpen konden delen. Al deze inspanningen maakten deze boeken destijds belangrijk, gezien de meeste van deze Nederlandse en Vlaamse striptekenaars, -bladen en –reeksen nooit eerder gedegen onderzocht waren. Maar in de loop der jaren is het belang van Kees' naslagwerken alleen maar toegenomen. Zonder zijn initiatief, tijd en energie zou een hoop waardevolle informatie, beeldmateriaal en foto's voorgoed verloren zijn gegaan!

Tegen die tijd genoot Kousemaker al zo'n respect onder stripauteurs dat hij diverse iconen kon vragen om persoonlijk hoofdstukken te illustreren: Theo Van Den Boogaard, Marten Toonder, Berck, Piet Wijn, Hans G. Kresse, Kamagurka, Peter De Smet, Martin Lodewijk, Thé Tjong Khing, Jef Nys (getekend door z'n assistent Eric de Rop), Joost Swarte, Willy Vandersteen, Bob De Moor, Marc Sleen, Bert Bus, Jean Dulieu, Willem, Frans Piët, Harry Buckinx, Daan Jippes, Fred Julsing en Gerrit De Jager. Iedereen maakte een tekening van een specifieke letter van het alfabet en versierde het vervolgens met bekende stripfiguren wiens naam met die letter begon. Het leidde tot enkele unieke tekeningen waarbij beroemde artiesten in verschillende stijlen tekenden en andere personages dan hun eigen figuren afbeelden. Kees schreef ook vele artikels over strips voor internationale publicaties en diverse referentieboeken zoals de Spaanse historieta publicatie: 'Historia de los Comics' (1983-1984).

In 1993 werd er tijdens het befaamde Stripfestival van Angoulême een speciale overzichtstentoonstelling ingericht over Lambiek: 'Un Quart de Siècle en 100 Souvenirs', die enkele maanden later wegens succes ook in Blois herhaald werd. In 2003 werd ook een beroep gedaan op Kees' expertise op gebied van Nederlandse strips toen de gemeente Almere een nieuwe wijk ging aanleggen. Dat is de inmiddels bewoonde Stripheldenbuurt geworden, waarin vele Nederlandse striphelden en hun makers een plaatsje hebben gekregen. In 2005 publiceerden Kees en collega Margreet de Heer een speels boek over Nederlandse strips genaamd 'De Wereld van de Nederlandse Strip', waarin een eeuw aan Nederlandse strips werd bijeengebracht, puttend uit Lambiek's legendarische collectie. 

Wordt VervolgdEvelien en Kees Kousemaker bij de presentatie van 'Wordt Vervolgd' (De Waarheid, 22 februari 1979).

Lambiek.nl, de website
In 1977 lanceerde Kees zijn eigen infomagazine, Bulletin, gevolgd door het soortgelijke De Reporter in 1982. Beiden waren in de jaren voor er Internet bestond een manier om aan klantenbinding en actuele info over strips te voorzien. Toen de tentoonstelling rond Robert Crumb opende op de 26ste verjaardag van Lambiek in november 1994 boden fans aan om een website op te starten, waardoor Lambiek één van de eerste Nederlandse bedrijven werd met een eigen website. Kees betaalde hen in stripalbums en de site groeide op vier jaar tijd aan tot 80 pagina's. Kees had echter een veel ambitieuzere visie.

Op 1 november 1999 verscheen via zijn zoon David een webmaster annex Mac techneut, wat weer vele enthousiaste studenten aantrok om biografieën te schrijven en striptekeningen te scannen voor de Comiclopedia. Er werd gewerkt vanuit het appartement op de bovenverdieping van het Lambiek-pand. Kees hoopte dat de site volgens vroege schattingen 2.000 tekenaars kon aanbieden. Dit waren echter de jaren voor Wikipedia en na een lovend artikel in 2000 op de site van het Amerikaanse blad Wired besloot hij van strategie te veranderen. Algauw werd het aantal voorbij gestoken. In juli 2008 werd de 10.000ste artiest toegevoegd en de Comiclopedia groeit nog steeds tot op de dag van vandaag. Sinds 2020 staan er al meer dan 13.900 artikelen op de site! 

Team Lambiek
Het team in 2004: Kees Kousemaker, Margreet de Heer, Bas Schuddeboom en Klaas Knol. Locatie: Kerkstraat 119.

In 2001 werd de 'Geschiedenis van de Nederlandse Strip' gelanceerd (zowel in het Nederlands als Engels), waaronder diverse kleinere artikels sinds 2002 over o.m. bepaalde stripgenres en magazines, die allen een uitstekende referentie aanbieden voor striponderzoekers wereldwijd. De website werd vormgegeven dankzij de onschatbare hulp van webmasters als Rick Webb, Arjan Vlaming en Dirk Zaal. Het schrijven van de artikels zelf gebeurde tussen 2000 en 2005 in samenwerking met Margreet de Heer en Bas Schuddeboom, terwijl Kees de eindredactie behield. Toen hij zich in 2005 terugtrok uit de winkelactiviteiten raakte hij meer betrokken bij het inhoudelijke gedeelte van website. Hij leerde scannen en verzamelde zo vele klassieke stripillustraties die hij en Bas Schuddeboom op haast wekelijkse basis in zijn laatste drie levensjaren aan de site toevoegden. Margreet was inmiddels afgezwaaid, maar vaste expositie-bezoeker Vincent Polverino leverde rond deze periode ook regelmatig info en scans. 

Kees en Will Eisner
Met Will Eisner.

De winkel door de jaren heen
Kees was de drijvende kracht achter Lambiek, maar vele anderen hielden de winkel en haar reputatie ook draaiende. Allereerst zijn steun en toeverlaat Evelien, die meehielp met 'Strip voor Strip' en het 'Stripleksikon'. Hansje Joustra stond in voor de import en distributie van de stripboeken via zijn bedrijf Het Raadsel. Martijn Snoodijk was Kees' meest productieve co-auteur bij het schrijven van artikels en andere uitgaven. Qua klusjesmannen deed Kees door de decennia heen beroep op mensen als Rob Ponsioen, Job Goedhart, Goof Mensink, Hans Jongens, Taco Seelemann, Fulco Smit-Roeters en Marko Otsen. Veel tekenaars hebben Lambiek gepromoot via advertenties, maar de officiële titel "huistekenaar" gaat toch vooral naar Peter Pontiac. In de winkel zelf stonden tussen 1968 en nu kort- en langdurige medewerkers als Babes Plomp, Tammy, Flip Fermin, Hans Frederiks, Henk, Teun Leopold, Loes van Alphen, Martijn Daalder, Ima van Asbeck, Michiel Peters, Simone Koch (alias "Plukkie"), Boris Kousemaker, Yuri Bode, Toon Dohmen, Bas van der Zee, Rob Bolweg, André Snaar, Marko Otsen, Abel Schoenmaker, Lot Rossmark, Jurrien en Sebastiaan de Vries, Charlotte Goede and Larie Cook  achter de kassa. De employé met de langste staat van dienst was echter de legendarische Klaas Knol die al sinds eind jaren 1970 regelmatig de winkel bezocht en met Kees bevriend raakte. Tussen 1985 en 2016 was hij, na Kees, hét gezicht van Lambiek. In 2010 ontving Knol zelfs de Hal Foster Award voor zijn klantvriendelijke en kennisvolle aanwezigheid. 

In de ruim veertig jaar van haar bestaan is stripwinkel Lambiek menigmaal keer verhuisd, maar tot eind 2015 altijd op de Kerkstraat gebleven - eerst op 104, toen 78, van daar naar 119 en uiteindelijk naar 132. De laatste verhuizingen van 2003 en 2005 bezorgden Kees nogal wat slapeloze nachten, maar uiteindelijk kwam de winkel in rustiger vaarwater en kon hij haar doorgeven aan Bas van der Zee. Van der Zee beheerde Lambiek tussen 2004 en eind 2006, waarna Kees' zoon Boris Kousemaker de winkel overnam. Hij is tot op de dag van vandaag nog steeds de eigenaar van de zaak, die sinds 2015 is gevestigd op Koningsstraat 27. 

Queen Beatrix embraces her Knight - Sir Cornelis Kees Kousemaker, in a tribute drawn by dutch underground artist Peter PontiacKees en koningin Beatrix door Peter Pontiac.

Erkenning
De legendarische stripwinkel heeft verschillende prijzen gewonnen, onder andere De Zilveren Dolfijn (1979) van de Belgische Strip Klub, de P.H. Frankfurtherprijs van Het Stripschap (1999), en de beroemde Will Eisner Retailers Award (1995), voor Lambieks unieke betekenis voor de internationale stripwereld. De International Webmasters Association reikte Lambiek.net zowel in 2001-2002 als 2002-2003 de Golden Web Award uit. In 2006 ontving Kees Kousemaker een Koninklijke Onderscheiding voor zijn bijdragen aan de Nederlandse stripwereld en mocht hij zich Ridder in de Orde van Oranje-Nassau noemen.

Kees en Boris Kousemaker
Kees en zoon Boris.

Laatste levensjaren en dood
Kees bleef tot het einde actief bezig met de winkel, alsook de site. In 2009 werd er bij hem kanker vastgesteld. Hij overleed op 27 april 2010 thuis, in het bijzijn van zijn vrouw en kinderen. Bij het vernemen van zijn dood schreven zowel de nationale als internationale pers in memoriams. Stripartiesten uit alle hoeken van de wereld namen contact op met Lambiek om de nabestaanden te condoleren en herinneringen te delen over deze striplegende, een warme man die vele levens geraakt heeft en van cruciale invloed was op de Nederlandse stripwereld - en daarbuiten. 

door Joost SwarteNalatenschap
Kees was een voorvechter voor strips als kunstvorm, en werd internationaal gerespecteerd als expert op zijn vakgebied. Hij inspireerde en steunde vele striptekenaars en was vriend van velen. De stripwinkel, galerie en site gaan voort op de door hem ingeslagen weg. Zijn zoon Boris leidt nog steeds de winkel. Bas Schuddeboom en zijn Belgische medewerker Kjell Knudde vullen de Comiclopedia tot op de dag van vandaag aan met nieuwe artikels. 

Hommage van Joost Swarte aan Kees, n.a.v. zijn riddertitel. 2006.

Evelien en Kees Kousemaker voor Lambiek.
(De Waarheid, 21 november 1968).

Engelse biografie in de Comiclopedia

(Tekst door Margreet de Heer, m.m.v. Bas Schuddeboom). Opgedragen aan Kees.